Zwangerschap, Bevalling en Eerste Levensjaar
Traumapraktijk Adriaansens richt zicht op zwangerschap, bevalling en effecten hiervan op moeder en baby/kind tot ca 2 jaar.
Wij zijn traumaspecialisten, gespecialiseerd in trauma’s bij moeder en baby rond de zwangerschap, bevalling en eerste levensjaar.
Heeft u en of uw kind tijdens de zwangerschap of tijdens de bevalling nare ervaringen meegemaakt en speelt dit nog steeds een rol in uw leven? Dan is hier een zeer bewezen effectieve behandelmethode voor.
EMDR is een evidance based eerste keus methode bij psychische trauma’s. Dit is een relatief kort durende interventie waarbij de nadruk niet ligt op praten maar meer op verwerking via gevoel en lichamelijke sensaties. Na het verwerken van de trauma’s zijn meestal meer dan 85% van de klachten verdwenen.
Wij kunnen jou, je partner en het kindje helpen om een ingrijpende of traumatische gebeurtenis tijdens zwangerschap, bevalling of na de bevalling te verwerken.
We luisteren naar je verhaal en samen zoeken we uit wat jou tijdens je bevalling zo heeft geraakt. Zodat je uiteindelijk weer verder kunt, als trotse moeder, maar vooral als jezelf.
Zwangerschap
De periode rondom je zwangerschap en de geboorte van je kindje is vaak een hectische periode waarin belangrijke levensgebeurtenissen elkaar in rap tempo opvolgen: een nieuwe baan, trouwen, zwanger worden, verhuizen, verbouwen en moeder worden. Als je deze gebeurtenissen combineert met slaapgebrek, hormonen en de verantwoordelijkheid die je als kersverse moeder ervaart, dan is het niet zo gek dat je soms aan jezelf gaat twijfelen en er nare gedachten aan deze periode ontstaan.
Gelukkig merken de meeste vrouwen dat na verloop van tijd de nare gedachten over de periode rondom hun zwangerschap en/of bevalling afnemen. Voor moeders die last blijven houden van negatieve gedachten, is het belangrijk dat zij op tijd om hulp vragen.
Bevalling
Zie je op tegen de bevalling? Je bent niet de enige. Zo ‘n 5 à 10% van de zwangeren is meer dan gemiddeld angstig. Het kan zijn dat je angstig van aard bent, het kan echter ook veroorzaakt worden door een negatieve ervaring (miskraam, moeilijke bevalling, seksueel misbruik). Angst kan de conceptie, de zwangerschap en de bevalling bemoeilijken. Je geniet minder van het kindje in je buik en de kans op complicaties tijdens de bevalling is groter.
Ben je al bevallen en is de bevalling of de periode erna voor jou en/of je partner en je kindje niet goed verlopen en heb je daar nog last van?
Zit je misschien nog steeds met een heel dubbel gevoel? Het gevoel dat de geboorte van je zoon of dochter uiteindelijk een geweldige ervaring was, maar dat je aan de bevalling zelf niet terug kunt denken zonder emoties en spanning in je lijf? Of dat je niet kan genieten van je kindje en je erg gespannen, verdrietig, boos of somber voelt. Hoe verwerk je alle emoties na zo’n ervaring? Hoe herstel je het contact met je lichaam, waar zoveel mee is gebeurd? Hoe ga je verder na zo’n ingrijpende bevalling? Hoe pak je het fysieke contact met je partner weer op? En zal je ooit weer na kunnen denken over een volgende zwangerschap? Dit zijn voorbeelden van gevoelens die naast vele andere gevoelens kunnen opkomen als je terugdenkt aan je bevalling.
Een op de vier vrouwen kijkt drie jaar later nog negatief terug op de bevalling, slechts 2% hiervan krijgt de officiële diagnose PTSS (post traumatische stress stoornis) en wordt hiervoor behandeld. Voor het merendeel van deze moeders volgt geen diagnose en daarmee ook geen hulp. Hun dagelijks leven wordt echter wel in meer of mindere mate beïnvloed door negatieve gedachten, ze zitten niet lekker in hun vel, zijn snel emotioneel en kunnen zelfs psychische klachten ontwikkelen. Niet alleen voor de vrouw zelf heeft het impact op haar leven, ook de relatie met haar partner kan hierdoor onder druk komen te staan en zelfs het hechtingsproces met de baby kan negatief worden beïnvloed.
Het is voor een ander niet te zeggen of jouw bevalling een traumatische ervaring is, dit ligt eraan hoe jij het ervaren hebt en heeft vaak te maken met het verschil tussen wat je verwacht van de bevalling en hoe het daadwerkelijk verloopt. Naast medische ingrepen, kan ook de manier waarop een behandelaar (bijv. gyneacoloog, verloskundige) tijdens of na je bevalling tegen je praat aanleiding zijn tot een trauma.
Kind
In de afgelopen jaren is er binnen de jeugdzorg veel geschreven en gesproken over trauma. Klachten en klinische symptomen die eerder vooral werden toegeschreven aan factoren in de aanleg of opvoedproblemen, worden ook bij jonge kinderen meer en meer gelieerd aan traumatiserende ervaringen. Bij heel jonge baby’s gaan de klachten waarmee ouders zich melden meestal over problemen met slapen, eten en huilen. In de praktijk worden deze baby’s vaak huilbaby’s genoemd. Dit werd in eerste instantie vanuit een combinatie van medisch en opvoedkundig perspectief bekeken. Maar meer en meer wordt duidelijk hoe belangrijk het is om tevens te onderzoeken in hoeverre er sprake kan zijn van traumatische ervaringen.
Uiteenlopende ervaringen die de ontwikkeling van de baby, maar ook van de jonge ouder, in de weg kunnen staan.
Viceuze cirkel
Wat juist bij baby’s een groot risico is, is dat er een vicieuze cirkel ontstaat waar ouders en baby niet zelf meer uit kunnen komen. Om bij het voorbeeld te blijven van de medisch ingreep: ouders en baby zijn nog een symbiotische eenheid. Wat de baby overkomt, overkomt ook de ouder. Een baby die slecht slaapt, maakt ouders machteloos en fysiek uitgeput. Dat geeft overmatige stress tussen ouder en baby met als mogelijk gevolg dat de ouder niet helder kan mentaliseren. Dat kán betekenen dat de baby niet zo veilig verbonden raakt aan de ouder als je hen zou gunnen.
Moeder:
- Verhoogde prikkelbaarheid,
- herbelevingen van de gebeurtenis,
- angst,
- slecht slapen evt nachtmerries
- vergeetachtigheid,
- huilbuien,
- slechte concentratie of geheugenproblemen
- vermijding van bepaalde situaties,
- somber gevoel/neerslachtig
- woedeaanvallen
- schrikachtig
- schuldgevoel
- vermoeidheid
- onrust
- hyperalert
- relatie problemen
- onbegrip van andere
- eenzaamheid
Baby:
- Slecht slapen
- veel huilen / huilbaby
- reflux
- overstrekken
- ontroostbaar
- bang voor aanraking
- moeilijk contact maken
- onrustig
Risicofactoren om traumaklachten te ontwikkelen
Er zijn een aantal risicofactoren, in veel gevallen is er sprake van een combinatie van subjectieve en objectieve factoren:
- moeilijk zwanger worden
- niet gerelateerd zwangerschapstrauma tijdens zwangerschapsperiode (inbraak, overlijden dierbare, naaste met zwangerschapsproblemen)
- angst op basis van verhalen van derde
- ziektes tijdens zwangerschap (zwangerschapsvergiftiging, hoge bloeddruk, suikerziekte, griep)
- een korte of juist lange bevalling
- zeer pijnlijke bevalling
- inleiden van een bevalling
- slechte pijnverlichting
- controleverlies
- medische ingrepen
- traumatische bevalling of noodgevallen (bv. keizersnede)
- houding van de behandelaar
- niet gehoord worden tijdens de bevalling
- bang zijn voor de veiligheid van de baby
- als de baby gezondheidsproblemen heeft of erger
- als de baby in het ziekenhuis moet blijven
- tekortschietende postnatale zorg
- eerder trauma (bijvoorbeeld tijdens de jeugd, eerdere bevalling, huiselijk geweld of negatieve seksuele ervaring)
- baby in couveuse
- borstvoeding komt op gang
- hoge verwachtingen roze wolk
Overigens, een ander belangrijk -onderkend- probleem is dat ook partners getraumatiseerd kunnen raken door een bevalling. Professionele zorg is ook voor deze partners essentieel om toekomstige problemen te voorkomen.
EMDR op maat
Bij EMDR gaat met ervan uit dat de klachten van de moeder/baby gerelateerd zijn
aan onverwerkte traumatische ervaringen. De klinische ervaring leert dat je met EMDR met namen de emotionele en fysieke herinneringsbestanden bewerkt waardoor de nare ervaringen verwerkt worden. Er komt weer ruimte voor het oppakken van de normale ontwikkeling.
Het zoeken van psychologische hulp hierbij wordt vaak als een drempel ervaren, terwijl het juist zo veel kan opleveren (en voorkomen).
Na de behandeling kan je weer genieten van je baby en de baby van jou.
Bij het behandelen van baby’s werken we middels storytelling/emdr (de verhalenmethode is een aangepaste vorm van EMDR). Deze methode is speciaal ontwikkeld voor jonge kinderen (tot 5 jaar) en voor oudere kinderen die op jonge leeftijd getraumatiseerd zijn geraakt. Met de verhalenmethode worden preverbale trauma’s verwerkt. Een preverbaal trauma is een trauma ontstaan op een leeftijd dat het kind nog geen taal tot zijn beschikking had. In de hersenen van het jonge kind zijn tijdens de traumatiserende ervaring vooral lichaamssensaties en emoties opgeslagen.
Een kind kan een preverbaal trauma oplopen door bijvoorbeeld:
- nare zwagerschap
- nare bevalling
- medische ingrepen
- vroeggeboorte
- ernstig ziek zijn, verslikken, overgeven
- een brand, ongeval, inbraak of overval
- verlies of ernstige ziekte van een dierbare
- ruzies en geweld in de thuissituatie
Bij de verhalenmethode worden ouders intensief betrokken. Omdat het kind zijn herinneringen aan het trauma niet zelf kan vertellen, wordt de herinnering geactiveerd door het verhaal van de ouders. In dit verhaal staat niet de beleving van de ouders centraal, maar de (veronderstelde) beleving van het kind.Samen bespreken we wat het (vermoedelijke) verband is tussen de klachten van je kind en de traumatische gebeurtenis(sen). Vervolgens ga je als ouder(s) zelf aan de slag met het schrijven van een verhaal. Als het verhaal af is, lopen we het samen door en passen we het waar nodig aan.
De volgende sessie gaat de EMDR daadwerkelijk van start. Een van jullie leest het verhaal voor aan uw kind, dat van mij een afleidende taak krijgt. Je kind moet bijvoorbeeld buzzers vasthouden die om de beurt trillen. Of ik tik met een knuffel op handen of knieën. Nadat het verhaal helemaal is voorgelezen, wordt de sessie geëvalueerd en afgesloten. Tijdens onze afspraken daarna bespreken we of de klachten bij het kind afnemen of dat er misschien vervolgsessies nodig zijn.
De verhalenmethode is geschikt voor baby’s, peuters, kinderen en jongeren met een preverbaal trauma. De EMDR kan op zichzelf staan, maar is ook vaak onderdeel van een uitgebreidere behandeling.