Dwangmatig gedrag

Dwangverschijnselen zijn al even oud als de mensheid zelf.

Wellicht herken je uit je kindertijd wel het gevoel dat je door trottoirtegels te tellen, niet op de zwarte vlakken van het zebrapad te lopen of andere dingen te tellen, eerder je zin kreeg of kon voorkomen dat er iets ernstigs zou gebeuren. Dit ‘moeten’ doen van deze rituelen, noemen we dwangmatig.

Maar ook als volwassene herken je misschien wel dat je ‘afklopt’ als je over nare dingen praat of van tijd tot tijd een beeld of melodie in je hoofd hebt dat je er maar niet uit krijgt.

Doorgaans zijn deze ‘dwangrituelen’ of ‘dwanggedachten’ heel normaal en van voorbij gaande aard. Soms kunnen ze echter abnormale proporties aannemen en kan men hier niet zo gemakkelijk mee omgaan.

We maken onderscheid tussen dwanggedachten en dwanghandelingen. Veel voorkomende dwanggedachten zijn: dwangmatig piekeren, het steeds terugkeren van een levendig beeld van een herinnering (vaak seksueel of agressief van aard), of een krachtige aandrang iets te doen, zonder het te willen doen (bijvoorbeeld: straks spring ik uit het raam). Veel voorkomende dwanghandelingen zijn: herhaaldelijk controleren van sloten op de deur, tellen herhaaldelijk aanraken van voorwerpen, maar ook wasdrang en of poetsdrang.

Registraties